Our Stories

Image

Stories of 2021

Molukse Verhalenvertellers vertellen hun verhalen, die het Molukse volk zo bijzonder maakt. Ami Pakuma, katong tjerita, wij vertellen en laten ons verhaal achter.

Jolanda Saija, Ferry Uktolseja, Oelies Tahamata, Ans Latumaelissa, Eleonore Pals, Johannis Ririhena, Dine Sapulete, Boy Titaley, Martin Wenno, Tommy Soumokil, Charlene Tohata, Angelique Schildt-Gooijer, Ramla Lessy, Evert Sahetapy, Nippy Noya, Aboe Marasabessy, Petrus Pesulima, Silvia Bierdrager-Suripatty, Helena Hitharie, Wilfred Kols, Wim Souhuwat, Macklin Haurissa, John Salampessy & Jules Pattiapon vertellen hun verhaal.
Image

Jolanda S.

“Mijn broers en zusters hebben voor mij de deur geopend waardoor ik mezelf heb kunnen ontwikkelen. Een diepe buiging voor hen.”

Ik heet Jolanda Saija, ik ben 2e generatie Molukse in Nederland. Ik ben in de Molukse wijk in Vaassen opgegroeid, de nuance is dat ik tussen orang Ambon en orang Belanda inwoonde wat ook mijn beeld in het leven heeft gevormd. Met trots kan ik zeggen dat ik lieve ouders heb gehad, mijn vader Elseus Saija en mijn moeder Hermina Mual. Ik ben Coach (verpleegkundige) bij Interzorg, een grote zorgorganisatie. Mijn werkzaamheden bestaan uit het begeleiden van verzorgenden en verpleegkundigen maar ook implementeer ik de kwaliteit van het beleid. Het is dubbel om Moluks te zijn omdat ik als jongste van een groot gezin ben opgevoed en grootgebracht en gezien heb hoe anders mijn broers en zusters zijn opgevoed. Wat ik bedoel is dat ik keuzes heb mogen maken terwijl “de anderen” geen keuze hadden en het voor hen bepaald werd. De consequenties voor de anderen waren erg beperkt. Onze ouders hebben dit niet met opzet gedaan echter waren het de omstandigheden die ervoor zorgden dat dit ontstond. Geen verwijt maar wel de realiteit. Wat ik mijn huidige 2e generatie zou willen adviseren is om uit te breken en het verleden verleden te laten. Je hoeft het niet te vergeten maar probeer het wel een plek in je leven te geven. Ik zie soms de strijd in onszelf, zelfs zo dat het vasthouden van een vlag met heftige emoties gepaard gaan. Ook bij het kijken van de Molukse acties op tv voel ik dat het nog diepe littekens achtergelaten heeft waardoor mijn generatie de kamer verlaten om hun gevoelens te onderdrukken en een traan weg te pinken. Het leven is kort maar maak er wat van. De nieuwe generatie heeft veel potenties en mogelijkheden. Benut ze en laat niks ongemoeid, we hebben zoveel talenten. Wat bij de 2e generatie is tegengehouden en niet ontwikkeld mocht worden zou ik willen zien in de nieuwe generatie(s). Ga op zoek naar jezelf en buit al je kwaliteiten uit. Het is nooit te laat om dit te starten en te onderzoeken.

8 april 2021 / Chimaera Media Maluku
Image

Ferry U.

“Je moet zorgen dat je je best doet in deze samenleving, weet wat je plek is en hoe je daarmee omgaat.”

Ik ben Ferry Uktolseja, geboren in kamp Schattenberg, Westerbork. Ik behoor tot de 2 generatie (vanuit mijn vaders kant) en de 3e generatie (vanuit mijn moeders kant). Ik ben opgegroeid in Schattenberg tot mijn 7e jaar en zijn we zo’n beetje als laatste gezin naar Assen wijk 3. (Assen heeft 3 Molukse woonwijken) verhuisd. Ik heb de laatste periode nog samen met mijn oma in het kamp gewoond. Daar heb ik verschillende emoties mogen ervaren waaronder het mystieke. Vele families waren toen al uit het kamp weggetrokken, de leegte was zichtbaar en het mystieke duidelijk voelbaar immers waren in dit kamp vele Joden onderbracht met de nodige gevoelens en ontwrichting. Mijn vader is Jan Uktolseja (behorend tot de groene baretten van Kapitein Westerling die pas in 1952 naar Nederland kwamen) en mijn moeder is Augustin Haulussy. Ik werk als constructor welder in de scheepvaart maar mijn grote passie is het maken van muziek. Ik hou ervan om te creëeren en de melodieën ten gehore te brengen. Ik ben trots dat ik een Molukker ben omdat we als volk veel te bieden hebben. Niet alleen de normen en waarden maar ook het mystieke siert ons. Enerzijds gaan we naar de kerk anderzijds leven we dicht bij de natuur. Mijn huidige generatie moet in zichzelf blijven geloven en proberen de grenzen niet te overschrijden maar juist op een natuurlijke manier te verleggen. Inhoudelijk heeft de nieuwe generatie zeker wat te zeggen maar kijk goed naar datgene wat je uitdraagt. De kunst is om wanneer iets uitgedragen wordt, de beeldvorming ook kloppend is. De nieuwe generaties moeten van ons hebben geleerd en moeten ze zorgen voor de juiste beeldvorming. Als Molukker maak ik bijna dagelijks mee mijn positie te moeten beschermen en te waarborgen omdat de samenleving een mening over ons heeft. Blijf alert en scherp en bewaak je eigen grenzen.

10 april 2021 / Chimaera Media Maluku
Image

Oelies T.

“Hudjan mas di tanah orang sing sama hudjan batu di negeri sendiri.”

Ook al regent het goud in andermans land, het is nooit hetzelfde al regent het stenen in eigen dorp, oftewel; oost west, thuis best. Ik ben Oelies Tahamata en ik ben 2e generatie Ambonees in der Nederlanden. Ik ben in Vught geboren en grootgebracht in Tiel. Mijn vader heet Lambert Tahamata en mijn moeder Octovina Leatemia. Ik ben lang kerkraadslid geweest maar bestond mijn leven eigenlijk uit sporten en vooral voetballen. Kortom; in de sportwereld kon je mij altijd vinden. Mijn broer Simon liet me al heel vroeg zien wat je allemaal met discipline en vlijt kan bewerkstelligen. Door mijn ervaring als voetballer heb ik diverse voetbalteams gecoacht waaronder het Ambonese zaalvoetbalteam uit Lunteren. Ik ben blij dat ik een Ambonees ben en dat ik onze cultuur uitdraag in puur- en in echtheid. De Molukse attributen zoals sjaals, jassen etc gebruik ik alleen maar om mezelf warm te houden, de echtheid zit m in het delen van emoties. Mijn generatie moet doorgeven wat door onze ouders is meegegeven. Veel dingen kan ik niet uiteenzetten en sommige gevoelige aspecten hou ik voor mezelf. Ik ben gelukkig met mijn kinderen en kleinkinderen maar mis ik dagelijks mijn vrouw Frieda verschrikkelijk. Ik zou de huidige generatie willen meegeven onze taal, zowel het Nederlands- als de Bahasa, te beheersen zodat je qua communicatie altijd goed overkomt. Ken je taal dan ken je je volk. Probeer de normen en waarden, zoals respect, hoog te houden zodat je altijd met je medemens op één lijn kan zitten.

11 april 2021 / Chimaera Media Maluku
Image

Ans L.

“Gisteren is nodig om morgen te begrijpen”.

Ik heet Ans Latumaelissa en ben ik de 2e generatie Molukse in Nederland. Ik ben in Barneveld opgegroeid, niet in de Molukse wijk, maar heb ik mijn oma Atha Nanulaitta verzord tot aan haar overlijden. Mijn vader heet Jan Latumaelissa en mijn moeder Fien Tahalele. Ik ben secretaresse van beroep en doe dit al jaren. Ik ben trots op mijn Molukszijn, ware het niet dat ik mijn eigen normen en waarden zelf definieer. Mijn familie is belangrijk maar het uitdragen van deze emoties doe ik op een niet traditionele manier. Voor mijn huidige generatie zou ik adviseren niet stil te staan, toekomstgericht te zijn en vooruit te kijken. Vergeet niet waar je vandaan komt als Molukker. Voor de nieuwe generatie zou ik zeggen wees leergierig, standvastig en weet dat waar een wil is er ook een weg is.

11 april 2021 / Chimaera Media Maluku
Image

Eleonore P.

“Molukker zijn is een gevoel, ook voor kinderen met gemengde ouders die dubbelbloedig zijn.”

Ik ben Eleonore Pals. Mijn vader is Richard Louhenapessy en mijn moeder is Manna. Ik ben 2e generatie Molukse en ben ik van een tweeling. In Barak 5. in Vught heb ik gewoond. Pals is de naam van mijn vader (de naam draag ik als eerbetoon) die samen met mijn moeder mij gevormd heeft. Door hen sta ik nu waar ik wezen wil. Samen met mijn moeder en vader zijn we mijn oma in Makassar gaan bezoeken wat hun beiden siert. Ik ben erg trots om Moluks te zijn en heb ik mezelf altijd op de hoogte gehouden over onze “adat istiadat”. In 2000 ben ik in Culemborg gaan wonen en daar heb ik me voor het eerst geaccepteerd gevoeld. Ik heb in het verleden een uitvaartonderneming gehad en heb ik mijn ziel en zaligheid daarin gestoken. Zoals bij velen bekend is zijn er veel Molukkers uit de kampen ziek geworden en velen zijn al gestorven. Ik ben daar 1 van die de consequenties hiervan moet ondervinden. Zeth Mustamu heeft daar jaren geleden een stuk over geschreven en heeft hij een aanklacht tegen de staat ingediend. Onder erbarmelijke omstandigheden zijn kinderen daar grootgebracht met de nodige consequenties. Ik ben trots om Molukker te zijn. Het is een gevoel wat niet te beschrijven is. Het zijn de codes, de blikken wanneer we elkaar zien en de saamhorigheid die we voor elkaar voelen. Vroeger voelde ik me in 2 werelden maar door de periode in Culemborg heb ik me opnieuw kunnen positioneren, als mens die geaccepteerd werd maar ook als dubbelbloed Molukker mezelf kon zijn. Mijn huidige en nieuwe generaties zou ik adviseren onze geschiedenis niet te vergeten. Wij als 2e en 3e generatie moeten de nieuwe generatie niet teveel beïnvloeden. Laat hen hun eigen keuzes maken, ze hebben genoeg kennis en het gevoel Molukker te zijn. Blijf het Masohi (zorg voor elkaar) gevoel uitdragen omdat dat ons zo krachtig maakt.

16 april 2021 / Chimaera Media Maluku
Image

Johannis R.

“Het Molukse volk is een volk vol geheimzinnigheden.”

Ik ben Johannis Ririhena, 2e generatie Molukker. Ik ben geboren in kamp Snodenhoek Elst en later grootgebracht in de Molukse wijk. Pappa; Naboth Ririhena (Wassu Haruku) en mama; Johanna Kikalessy (Piru Ceram). Ik ben 32 jaar werkzaam bij de Nederlandse Spoorwegen en moet nog 8 jaar werken voordat ik met pensioen kan gaan. Het Molukszijn heeft 2 werelden. De eerste wereld is je eigen gemeenschap, daar hoef je eigenlijk niet teveel uit te wijden immers kennen we elkaars gevoelens en gewoontes, de tweede wereld is de buitenwereld. In deze wereld moet je je cultuur altijd verdedigen. Als een Molukker een misstap heeft begaan worden we allemaal ter verantwoording geroepen en hierop afgerekend. Ondanks ‘t feit dat we het hier goed hebben is de waarheid op de Molukken anders en moeten ze daar dagelijks vechten voor hun bestaan. De huidige generatie zou ik meegeven de goede dingen aan de nieuwe generatie mee te geven. Onze balast moet niet doorgegeven worden maar moeten we het zoeken in de samenwerking. We moeten ons niet teveel in de slachtofferrol bevinden. De nieuwe generatie moet studeren, voor hun toekomst te knokken en zich te blijven inzetten voor onze bangsa. Onze bangsa daar hebben ons ook nodig dus kijk welke mogelijkheden er zijn dit voor hen te verwezenlijken. Ik vind trouwens dat onze (stille) acties het hele jaar door moeten gaan. Ook al hebben we slechte ervaringen met de media, je hebt ze nodig. Ik zou zegen; ga een relatie met hen aan en zorg ervoor dat we altijd onze positiviteit laten zien. De nieuwe generatie heeft potentie genoeg en weet optimaal de afstand te creëeren. Wij waren mata-glap omdat we vurig waren zonder evenwichtig te zijn, de nieuwe generatie kan hier veel van leren.

21 april 2021 / Chimaera Media Maluku
Image

Dine S.

“Geloof altijd in jezelf, doe wat je wilt doen maar laat God je leiden.”

Ik ben Dine Sapulete en ben ik 3e generatie Molukse. Ik ben in Elst opgegroeid en door de 1e generatie en ouders van mijn moeder, opa Johannis Usmany en oma Jamima Akihary, opgevoed. Ik wilde nooit naar huis en verkoos de opvoeding van mijn opa en oma dan ten opzichte van mijn ouders. Mijn ooms en tantes van moeders kant zag ik altijd als mijn broers en zusters maar desondanks draag ik vol trots de naam van mijn vader; Sapulete. Mijn vader heet Zaka Estefanus Sapulete (SiriSori) en moeder Rosina Usmany (Aboru). Ik ben werkzaam bij de overheid en doe ik dit al 25 jaar. Ik ben trots dat ik een Molukse ben omdat ik in mijn leven veel heb gezien en meegekregen zoals de adat en het geloof. De adat is bij me bijgebleven door de opvoeding, en de agama houdt me op de been. Ik voel me bijna een 2e generatie maar ben toch een 3e en is voor mij respect belangrijk. Tegen mijn generatie zou ik zeggen; “laten we elkaar in deze moeilijke tijden niet vergeten!”. We zijn van elkaar afhankelijk en moeten we het samen doen. De rangen en standen van generaties zijn voor mij erg belangrijk. Ik spreek iedereen, zoals de 1e en 2e generatie, met u aan. Ook de ooms, tantes, usi’s en bungs, zo ook mijn eigen neven en nichten die ouder zijn dan ik, spreek ik aan met u. Tegelijkertijd vind ik het Masohi-gevoel mooi en goed, het bindt ons. De nieuwe generatie zou ik willen zeggen; kijk naar jullie toekomst. Laten we naar elkaar omkijken zodat we sterk staan en met beide benen op de grond.

22 april 2021 / Chimaera Media Maluku
Image

Boy T.

“Carpe Diem; Pluk de dag, samen met familie, vrienden en dierbaren.”

Ik ben Boy Titaley en ik ben 2e generatie Ambonees in Nederland. In Hollandia, Nieuw Guinea, ben ik geboren. Mijn vader is LJ (Johannes) Titaley en mijn moeder is D (Daisy) Portier. Ons gezin bestond uit 6 kinderen, ik was de jongste en 2 kinderen zijn ons helaas ontvallen (onze oudste zus Meity en broer Simon). Ik heb een Indische moeder waardoor ik anders naar zaken, ook binnen onze gemeenschap, ben gaan kijken. Mamma Daisy was niet alleen een lieve en goede moeder maar had ook liefde voor het zingen wat werd opgepakt door mijn broer Simon. Mijn vader had een visie en dat is dat je aan je eigen identiteit trouw moet blijven, trots mag zijn en vooral jezelf mag uiten. Opa Mong (de vader van mijn vader) oorspronkelijk uit Saparua, was streng en oprecht net zoals mijn vader. Als de deur thuis dicht ging, hadden we met onze eigen cultuur te maken, daarbuiten daarentegen moest je je aanpassen en zorgen dat je integreert. Zo hebben we buiten de wijk gewoond, eerst in het pension De Paaseik in Lunteren en daarna aan de Schaepmanstraat. Mijn vader heeft een liberale en progressieve visie ontplooid mede omdat hij op Ambon in de wijk Mardika woonachtig was en zijn visie hierdoor versterkt werd. Hij zei ook altijd; “ik ben een Ambonees” en dat heb ik van hem meegekregen. Ben mijn ouders maar ook mijn twee broers en zus dankbaar, dat ik nu op een bepaalde manier in het leven sta. Ik ben altijd maatschappelijk ondernemend geweest en ben nu op een leeftijd dat ik rustig mijn leven leid in de Molukse wijk in Lunteren. Ik ben trots om Ambonees te zijn echter heeft ‘t 2 kanten. Aan de ene kant is het mooi en rijk, aan de andere kant botsen we soms in de adat aangezien de huidige context anders is geworden. Dit heeft ook onderlinge relationele consequenties. Mijn huidige generatie mag trots zijn op wie ze zijn en moeten ze dit uitdragen. De nieuwe generaties moeten niet alleen omkijken maar vooral in hun kracht staan. Koester wat de geschiedenis ons heeft verteld en leer hiervan. Blijf authentiek en zo dicht mogelijk bij je roots.

22 april 2021 / Chimaera Media Maluku
Image

Martin W.

“Ik ben altijd op weg naar huis; op weg naar mijn vaderland.”

Ik ben Martin Wenno en ben ik in 1941 geboren in Booij. Pappa Dominggoes Wenno, mamma Josina Fransina Hahury. Tijdens de oorlog had mijn vader getekend voor ‘t KNIL en met zijn 2e grote verlof ben ik met hem meegegaan naar Bali en voelde het, als kind, als een groot avontuur. Als gezin hebben we een heel trektocht gehad door het Indische archipel. Van Tjimahi, Timor (tentenkamp), Makkasar en uiteindelijk via Semarang naar Nederland. De overtocht met de boot ‘de Grote Beer’ was spannend en sliep ik met mijn moeder benedendeks, terwijl mijn vader bovendeks lag samen met zijn vrienden. Bij Port Saïd (Egypte) had ik de pokken opgelopen en moest ik 5 dagen in quarantaine. De aankomst in Nederland was een bijzondere ervaring, het land klein van formaat maar voor ons kinderen een uitdaging en een zoektocht. Mijn ouders daarentegen waren erg verdrietig en teleurgesteld. Ook in Nederland hebben we een trektocht gehad en heeft dit natuurlijk effect op ons welbevinden. Van Vught barak 7, kamp Baarschot vlakbij Hilvarenbeek (aanvankelijk voor de families uit Kei & Tanimbar) en vervolgens naar Kamp Schaffelaar in Barneveld. Ik heb even, tijdens mijn studie aan de Mulo, bij familie Tahalele gewoond aangezien mijn ouders later zouden komen. Deze tijd zal ik overigens nooit vergeten. Het was aangenaam en veilig. Ondanks dat ik altijd werkzaam ben geweest als tekenaar constructeur ben ik later via de wijkraad consulent bij de Sociale Dienst in Barneveld geworden. Ik heb met diverse Molukse talenten gewerkt. Zo ook met wijlen Does Pesulima van stichting Hitam en heb ik met hem vele projecten gedraaid. Does had een talent om projectmatig goede plannen te schrijven. Ik ben trots om een Molukker te zijn. Als anak kampong grootgebracht in Booi heb ik van dichtbij onze cultuur mogen meemaken. Onze familieband, onze pelaschap en onze gebruiken. Ook in religieuze opzicht hebben we het vermogen één te zijn. We hebben veel rijkdom maar realiseren ons dit niet altijd. Mijn huidige generatie zou ik willen zeggen; wees jezelf en blijf altijd bescheiden. Onthoud goed wat het Molukszijn inhoudt. Wees trots op jezelf. Je Molukszijn moet je dierbaar zijn. De jonge nieuwe generatie(s) moet je eigenlijk aan de hand nemen naar de Molukse normen, waarden en gebruiken en daaraan gekoppeld onze geschiedenis. Hierin aan ons de taak hen tegemoet te komen.

26 april 2021 / Chimaera Media Maluku
Image

Thommy S.

“Doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg. Ik ben de zoon van mijn vader, niet alleen de zoon van de President.” - Deel 1.

Ik ben Amelius Thomas Soumokil en ben naar mijn opa, de vader van mijn vader, vernoemd. Ik ben geboren in de bergen midden in het oerwoud op kampong Neniari, Ceram Barat. Ik ben 2e generatie Molukker in Nederland. Mijn vader heet Christiaan Robbert Steven Soumokil, uit kampong Booi pulau Saparua en mijn moeder Josina Taniwel uit kampong Hukuanakotta, pulau Ceram. Tot mijn 9e leeftijd ben ik her en der op Ceram grootgebracht. Daar moesten wij vaak vluchten voor het Indonesische leger en heeft me dit vele trauma’s opgeleverd en zou ik dit nooit meer willen meemaken. Als kind was ik ‘Kedjahatan’ oftewel stout. Een goed voorbeeld was dat ik elke dag met een ‘parang’ (kapmes) en ‘pana-pana’ (pijl en boog) liep en hier ook per ongeluk mijn moeder, en haar omgeving, mee verwondde. Een ander voorbeeld was dat vrienden van mij in een boom moesten klimmen en eenmaal daarboven aangekomen ik voor de grap deze omkapte met alle gevolgen van dien. Mijn vader was erg muzikaal en hield hij van Hawaiian muziek. Mijn vader vond dat wanneer er tijd was voor inspanning, er ook tijd was voor ontspanning. Op huwelijksfeesten speelde hij samen met mij deze muziek. Ik speelde dan de contrabas en moest dan op een stoeltje staan. Mijn vader was dan ook zo conservatief dat mijn moeder niet eens op deze muziek mocht dansen maar dat ze wel als een standbeeld erbij mocht zitten. Daarentegen was hij, tijdens zijn politieke loopbaan, erg democratisch en droeg hij dit uit tijdens zijn ambtsperiode als Gouverneur Generaal, Minister van Justitie en later als President van de R.M.S. In mijn opvoeding was mijn moeder streng en mijn vader een goedlachse man. Ik kwam hem pas tegen als ik grensoverschrijdend gedrag vertoonde en ik mijn plek niet wist. Uiteindelijk heb Ik 3 jaar in een kampement in Weirano Ceram gewoond en heb ik een mooie tijd en goede jeugd gehad. Daar heb ik op school gezeten waar ik 2 privé-docenten toegewezen heb gekregen teweten oom Sahalessy en oom Uspessy. Sahalessy was erg streng terwijl Uspessy mij meer ruimte gaf. Dat ik stout en gecorrigeerd moest worden was toen al duidelijk. Onderweg naar school moest ik altijd een riviertje oversteken maar wilde ik dit niet. Soms kreeg ik het voor elkaar dat meisjes mij op hun rug droegen om mij naar de overkant te brengen. Deden zij dit niet dan kon ik aardig fysiek worden en erg onredelijk. Los van het feit dat ik kind kon zijn werd ik vaak geconfronteerd met het echte leven. Zo werden wij tijdens Oud en Nieuw beschoten en moesten we voor de zoveelste keer voor ons leven vluchten. Deze Oud en Nieuw-periode in 1962 was voor ons een bijzondere periode. Pappa had sterk het gevoel dat dit onze laatste gezamenlijke Oud en Nieuw zou worden en uitte hij dit naar één van zijn soldaten. Op een gegeven moment waren we gezellig met elkaar aan het drinken totdat we door een vliegtuig werden aangevallen en moesten vluchten. Lees verder in Deel 2.

15 mei 2021 / Chimaera Media Maluku
Image

Thommy S.

“Maluku is ons door God gegeven zowel in cultureel, Christelijk- als Islamitisch opzicht.” - Deel 2.

Dit heeft me geleerd om zelfstandig door het leven te gaan weliswaar met een beetje hulp van mijn moeder en ‘teman2 baik’ (goede vrienden). Ik ben trots om een Molukker te zijn omdat ons land ons gegeven is en wij dit niet hebben ingenomen. God heeft ons de Molukken gegeven, zowel in cultureel, Christelijk- als Islamitisch opzicht. Pelaschap, pela-gandung en adat bijvoorbeeld zijn belangrijke uitgangspunten die je in ere moet houden om te voorkomen dat er geen onenigheid en oorlogen ontstaan. Wij gebruiken het alleen verkeerd; katong sing sama rata, we zitten niet op één lijn alhoewel de potenties er wel zijn. Ik ben blij dat ik in een Molukse gemeenschap woon met name voor mijn eigen genoegdoening en waardigheid. Mijn generatie moet trots zijn op elkaar en elkaar niet afvallen. Tanah Maluku is rijk aan grondstoffen (olie, nikkel, goud), bosbouw (hout), visserij (verschillende soorten vis waaronder tonijn) maar ook landbouw (kruidnagel, nootmuskaat). Jammer genoeg kunnen we onder elkaar ook ‘sombong’ (verwaand) zijn wat helemaal niet nodig is. De nieuwe generaties zou ik willen meegeven dat we elkaars geluk moeten gunnen, elkaar niet afvallen en we niet moeten vergeten waar we vandaan komen. We hebben te leren voor onze eigen bangsa op te komen en te leren van zowel de positieve- als minder positieve ervaringen. Zelf hou ik van de mens achter de persoon. Blijf vechten en weet waar je vandaan komt want Maluku is je vaderland.

15 mei 2021 / Chimaera Media Maluku
Image

Charlene T.

“They wanna see do you good, but never better than them.”

Ik ben Charlene Tohata 4e generatie Molukse. Mijn vader heet Stanley Tohata en mijn moeder Ans Latumaelissa. Ik studeer Social Work aan de Hogeschool in Breda, en werk ik naast mijn studie bij de Vaccinatielijn van de GGD. Ik ben in Barneveld opgegroeid en heb ik sterk van mijn ouders meegekregen mezelf te moeten ontwikkelen. Belangrijk vinden ze dit zodat ik mezelf in de Nederlandse maatschappij weet te manifesteren maar ook staande te houden. Naast de Nederlandse cultuur heb ik ook de Molukse cultuur mezelf mogen eigen maken. Deze twee werelden hebben mij veel gebracht; mijn rationele ontwikkeling in de Nederlandse maatschappij en als Molukse, mijn eigen emotioneel welbevinden. Voor mezelf heeft het Molukszijn twee kanten. Aan de ene kant heel sterk met familie en gewoonten, gezelligheid en de liefde die we voor elkaar hebben zoals mijn familie Latumalissa en Tahalele maar aan de andere kant dat ik me in Tilburg en Breda alleen moet profileren zonder Molukse vrienden. Dit brengt wel een bepaalde bewustzijn met zich mee. Mijn generatie heeft capaciteiten en kunnen we genoeg laten zien. Ik zou het liefst willen dat meer Molukse jongeren zich manifesteren in zowel sociaal- als zakelijk opzicht. We hebben potentie genoeg en moeten we samen optrekken zodat we hiermee onze cultuur uitdragen. Op mijn eigen manier, op school en met vrienden, probeer ik het Molukszijn vorm te geven ook al heb ik niet alle Molukse aspecten in mijn opvoeding meegekregen. Door met andere Molukkers in verbinding te staan kunnen we veel van elkaar leren en aanvullen. Mijn huidige generatie mag trots zijn op zichzelf omdat we geleerd- en voorbeelden hebben gekregen van de vorige generatie(s). Door te kunnen studeren met de ruimte die we krijgen, profileren we ons beter alleen moeten we meer zichtbaar worden. Vertel waar we vandaan komen en hoe onze geschiedenis in elkaar steekt, waar onze krachten liggen en hoe goed we zijn in deze maatschappij. Ook dat we kwaliteiten hebben en een intelligent, maar vooral spiritueel en liefdevol, volk zijn. De generatie na mij moet toekomstgericht zijn en ook proberen mooie en goeie tradities in stand houden. Dopen, belijdenis, trouwerij en overlijden zijn bijzondere aspecten van het Molukszijn en zijn wij het die deze ceremoniën met kracht en verve omlijsten.

10 juni 2021 / Chimaera Media Maluku
Image

Angelique S.-G.

“Het zijn de moeilijke lessen die je leven een diepere betekenis geven. Je groeit hierdoor als mens.”

Ik draag de naam Angelique Schildt-Gooijer. Mijn vader draagt de naam Cor Gooier en mama draagt de naam Selina Tamaela. Ik zeg dit bewust aangezien de naam die je draagt niet degene is die je bent. Je eigen “ik” moet je zelf definiëren en staat los van de schillen die je met je meedraagt. Ik ben 3e generatie Molukse en ben altijd in Huizen opgevoed geweest. Ik heb als kind best veel strijd gezien maar ook meegemaakt. Of het nu met mezelf was, of de strijd van mijn moeder als 2e generatie orang Maluku, in de Nederlandse samenleving je plek te moeten zoeken, maar ook in de Molukse samenleving je plek te moeten zien te vinden. Ik heb een eigen praktijk in Verlies- en Rouwverwerking en heb ik voor de uitvaartbranche gekozen omdat het veel dankbaarheid met zich mee brengt. Ik mag naast iemand staan en begeleiden in zijn/haar meest kwetsbare en gevoelige periode in het leven. Wat ik in mijn branche zie is dat de Nederlandse uitvaartondernemingen bij Molukse begrafenissen verwend worden en ontzorgd omdat wij bangsa Maluku alles zelf doen. De kracht van het Molukszijn is de samenwerking en samenhang. In de Molukse context vind ik ‘t mooi dat bij overlijden mensen van heinde en ver komen om hun medeleven te betuigen. Wat een kracht en wat een bezieling. Het Molukszijn betekent voor mij dat ik vanuit mijn hart denk weliswaar met de nodige valkuilen. Omkijken naar je naasten is wat we basaal tijdens onze opvoeding en in onze cultuur hebben meegekregen. Wij, bangsa Maluku, zijn één grote familie of we nu dezelfde achternaam dragen of niet. Hulp bieden en uitdragen is een mooi gegeven. Wegkijken zou me een schuldgevoel geven. De huidige generatie zou ik willen meegeven dat je trotsheid in je Molukszijn moet belonen met dankbaarheid en je dankbaarheid toon je met je inzet. Op deze manier is het proces, de strijd die we allemaal hebben moeten leveren, niet voor niks geweest. Wat zou onze grootouders hebben gezegd als we onze talenten, wat je nu aan kennis en wijsheid in pacht hebt, niet zouden gebruiken. Het verleden kan je niet veranderen en heb je daar geen grip meer op. Nu mag en kan je je verantwoordelijkheid nemen door slagvaardig te zijn en als trotse Molukker je eigen geschiedenis in te gaan. Dit ben ik, Angelique Schildt-Gooijer voortkomend uit de Molukse tak van familie Tamaela. En wat ik vind bangsa Maluku? Puur en authentiek.

25 juni 2021 / Chimaera Media Maluku
Image

Ramla L.

“Wat we ook doen, vergeet niet dat het de Schepper is die ons gecreëerd heeft.”

Ik ben Ramla Lessy, ik draag de naam van mijn man maar zelf ben ik meisje Tuasamu en is mijn moeder Pary uit het dorp Tulehu, dorp in Salahutu in het centrum van de Molukken. Ik ben 2e generatie Molukse en ben ik in 1948 geboren in Tjimahi, een dorp in west Java, Indonesië. Op 6 april 1951 kwamen we, mijn ouders broer en ik, aan met de boot Roma in Nederland. Vervolgens zijn we naar Oranjekamp in Oosterwolde verhuisd waarnaar we in 1955 naar een Islamitisch woonoord Wildermerk in gemeente Gaasterland – Friesland gingen. Af en toe gingen we naar woonoord Schattenberg maar door een keukenincident die het verschil maakte tussen de Moslims- en Christenen, werden we ervan bewust gemaakt beter een eigen wereld te creëren. Wat ik meemaakte door onze komst in Nederland was dat er veel spanningen waren tussen mijn vader en moeder. De ene verweet de ander en omgekeerd en als kind was dit akelig om mee te moeten maken. In 1964 moesten we zogenaamd integreren en zijn we naar Waalwijk verhuisd. Het idee van terugkeren naar Tanah Air was niet meer ter sprake. Eenmaal in Waalwijk moesten we ons leven opbouwen, weer in een vreemde omgeving. In Waalwijk zaten we eigenlijk in onze eigen wereld. Mijn man en ik kenden elkaar van jongs af aan van het kamp Wildermerk en is dit later tot een relatie gekomen. Ik ben pas gaan leven toen ik trouwde en mijn vrijheid mocht ervaren. Van mijn moeder moest ik de coupeuse opleiding volgen en heb ik als professional het vak uitgeoefend en onder andere met leder beziggehouden. Al met al 20 jaren in de kledingbranche gezeten en later nog gewerkt met beperkte mensen. Ik heb 2 kinderen, en 3 kleinkinderen. Ik ben blij dat ik ze heb en koester ze. Mijn DNA is mijn Molukszijn, heb ik van mijn ouders meegekregen en is niet los te koppelen. Met deze vraag krijg ik kippenvel en mag ik blij zijn dit in me te dragen. De schepper mag trots zijn het Molukse volk te hebben geschapen en mogen wij blij zijn dit te mogen uitdragen. Mijn zoon is met orang Tulehu getrouwd en zegt dat hij zich thuis te voelen. Met mijn wijlen man hebben we vaak en veel over de Molukse zaak gehad. Tegen mijn huidige generatie zou ik zeggen; haal de mooie dingen uit je ervaringen en je Molukse cultuur. Vergeet niet waar we vandaan komen. Een leuk detail is dat ik bestuurslid ben van de vrouwenvereniging Gerakan Perempuan Peduli Anak en zijn we ontstaan om kinderen te helpen, of het nu Moslims zijn of Christenen. We zijn een soort cateringbedrijf en bestaan we al 21 jaar. De 3e generatie helpt ons bij het bedienen. De documentaire "70 jaar op weg naar huis" op tv heeft me bij deel 1. erg geraakt terwijl de andere delen mij niet geraakt hebben omdat onze gemeenschap de acties niet van dichtbij hebben meegemaakt. De nieuwe generatie moeten hun kansen pakken aangezien ze allemaal talenten hebben. Werk het uit, ze moeten het zelf doen en de kansen benutten. De nieuwe generatie is mondig en hebben ons advies niet een nodig. Kijk niet om, ook niet wat de 2e generatie heeft meegemaakt. Het moet klaar zijn. Wees niet haatdragend, je weet hoe de Nederlandse politiek is maar verander zelf als je dingen veranderd wilt zien.

8 juli 2021 / Chimaera Media Maluku
Image

Evert S.

“Wees niet altijd negatief en probeer het van de zonnige kant te bekijken.”

Ik ben Evert Sahetapy, 2e generatie Molukker. Mijn vader is Paulus Sahetapy en mijn moeder is Mientje Josina Pelulessy. Ik ben het 7e kind van de 10 kinderen en ben ik geboren in het ziekenhuis in Assen. Opgegroeid tot mijn 4e jaar in Schattenberg en vervolgens in Bovensmilde gewoond. Mijn tijd in Schattenberg kan ik me nauwelijks herinneren. In de wijk in Bovensmilde vond ik het erg gezellig en saamhorig. Je hebt je klasgenoten en vrienden. De andere kant weliswaar is dat door politieke voorkeur er anders naar ons gekeken werd. Dit heeft me gesterkt maar ook met dubbele gevoelens naar mijn Molukszijn doen kijken. Jammer genoeg was het in die tijd zo. Was je niet voor de ene partij dan was je er wel tegen. Mijns inziens was het voor ons helemaal niet zo maar heeft het ons geleerd om genuanceerd naar de zaken te kijken. In deze tijd wordt gelukkig wel zo gekeken en mag je je eigen mening verkondigen. Toen was het anders. Jammer dat het toen met ons zo is vergaan. Ik heb een technische opleiding gedaan en vervolgens een opleiding in de sociaal en culturele hulpverlening. Ben de zorg ingegaan en werk daar nu al jaren. Ik voel me Molukker en voldeed ik als kind aan dit beeld. We spraken maleis, en Serani, Sidi en Geredja was voor mij de Molukse culturele dagelijkse kost. Ook ben ik trots om een Molukker te zijn alhoewel ons volk vaak onderscheid maakt vooral in politiek opzicht terwijl we als éénheid, maar wel in verscheidenheid, sterk kunnen zijn. De huidige generatie moet een voorbeeldfunctie zijn voor de volgende generaties. Een goed voorbeeld is dat je er moet zijn voor de ander ongeacht je mening, overtuiging of voorkeur. Voor de nieuwe generaties zou ik zeggen probeer de constructie met elkaar te vinden en werk samen met elk partij, nationaliteit of geloofsovertuiging.

22 juli 2021 / Chimaera Media Maluku
Image

Nippy N.

“Als ik dood zou gaan in Hulaliu moet je mij daar maar achterlaten want daar ben ik thuis.” - Deel 1.

Ik ben Nippy Noya, en heeft mijn naam een lading en nieuwsgierigheid. Mijn emotionele lading is mijn Molukse- Manadonse- & Japanse afkomst en de nieuwsgierigheid is de authentieke afkomst van mijn naam die Mexicaans blijkt te zijn. Ik ben een aangenomen kind en in Makkasar heb ik altijd bij familie Noya gewoond. Ik heb ook een tweelingzus van Noya’s kant. Dominggoes Noya en mijn Liesbeth Huwae zijn mijn pleegouders. Mijn biologishe moeder, van Manadonese afkomst, trouwde met een Indische man en deze man was bevriend met Dominggoes Noya. Mijn biologische vader is een Japanse officier die gelegerd was in Makasar door kalkgebrek. Mijn moeder was verpleegster en hebben zij elkaar ontmoet. Mijn vader heeft de oorlog niet meegemaakt maar heeft meer in het ziekenhuis gelegen. Mijn vader was erg trots toen hij mij als kind kreeg vandaar mijn naam Nippy van Nippon. Hij sprak overigens vloeiend Maleis. Van binnenuit ben ik Moluks met name omdat ik van baby af aan door de familie Noya ben opgevoed. Toen ik 4 jaar oud was heb ik overigens mijn eerste tifa gemaakt. Met de boot Goya, het 11e transport van Molukkers, zijn we in 1951 naar Nederland gekomen en eerst naar Brijdorpe gegaan. Na een tijdje in Brijdorpe te zijn verbleven zijn we naar Schattenberg gegaan en zijn mijn pleegouders van elkaar gescheiden. Ik heb tweelingzussen waarvan Betty in Zeeland Brijdorpe door TBC is overleden. Op 10-jarige leeftijd heb ik voor het eerst op de bà¼hne gestaan in kamp Schattenberg. Goede vrienden toen waren Ronnie Patty, Thijs Rugebrecht, Isaac en Chris Noija. Ik was toentertijd gecharmeerd geraakt van een meisje dat Elsje Latupeirissa (?) heette waar ik helemaal dol op was. Ik bleef vanwege de scheiding met zus Ineke bij Dominggoes Noya in Schattenberg achter. Na Schattenberg gingen we naar Winterswijk, wijk Vossenveld. In Winterswijk heb ik op de HBS gezeten en met zus Ineke bleef ik bij mijn vader, Olga, Royke zijn met mijn moeder naar Moordrecht gegaan. Als jonge jongen moest ik koken en heb ik geleerd van de tantes zijn bami, sayur toemis en soep te maken. Mijn vrienden daar waren Oppier, Pietersz, Lawalata, Dekker en Silooy. Later ben ik naar mammie Liesbeth Huwae in Moordrecht gegaan en heb ik daar kennis gemaakt met mijn biologische moeder. Toen dat gebeurde ben ik van huis weggelopen en was ik behoorlijk aan het puberen. Ik was ongeveer 16 jaar oud en heb ik in een vrachtwagen onder de Euromast geslapen. ’s Ochtends in een melkwinkel kon ik aan voedsel komen. Ik leefde ook op Centraal Station Rotterdam en ging ik om met verslaafden en was ik eigenlijk gedoemd om te mislukken. Op het Centraal Station heeft mijn mammie Liesbeth mij gezien, opgevangen en weer naar Moordrecht gebracht. Mijn biologische moeder ben ik later gaan opzoeken. In Moordrecht speelde ik thuis de drums met het raam open, zelfs op zondag tot ongenoegen van mijn moeder terwijl de anderen mensen daar geen last van hadden. In Moordrecht hebben we “the Magnificent 7“ opgericht met Anis Siahaya, John Kerr en anderen. Ik speelde wederom de drums. Ik was toen al getrouwd met mijn toenmalige vrouw van mijn 4 kinderen, Jeanne Louhenapessy. Met Karel Lalopua liep ik over de Dam in Amsterdam en adviseerde hij mij de Conga te gaan spelen.

13 augustus 2021 / Chimaera Media Maluku
Image

Nippy N.

“Niks is leuker dat je je eigen Bangsa begrijpt en je hierdoor je gevoelens kan delen.” - Deel 2.

Mijn onrust en zoektocht had met name te maken met mijn oorsprong en kon ik dit gevoel in mijn muziek kwijt. In Paradiso heb ik samen met Daniel Sahuleka de bongo gespeeld terwijl ik daarnaast nog werkzaam was als boekhouder bij een Amerikaans bedrijf. Vlakbij dit bedrijf kocht ik mijn bongo en speelde ik bij studentenhuizen mij kunstje. In Paradiso zag ik bij een Zuid Amerikaanse band de conga en was ik tegelijk verkocht. Eindelijk had ik het geluid gevonden. Ik speelde in de band Nangoya in Winterswijk en samen met Noké en Eli Pietersz en Daniel Sahuleka. Alle aankomende leerlingen beveel ik “jammen” aan om de kunst van het spelen onder de knie te krijgen. Eind jaren 60, begin jaren 70, speelde ik als congero bij een Antilliaanse band. We speelden voornamelijk in Duitsland. Daarna koos ik voor mij Massada die voorheen the Eagles heette. Ik had de Latijns Amerikaanse feeling onder de knie en kon ik dit goed toepassen. We boekten zelf onze optredens en werd uiteindelijk Joke Zonneveld onze manager. Op een gegeven moment speelden we in één jaar in alle jongerencentra in Nederland. Ik ging als studiomuzikant te werk en tijdens een opname was de producer in mij geïnteresseerd en vroeg me voor de Golden Earring te spelen. Daarna kwamen er meer en speelde ik voor; Corrie Konings, Sandra Reemer, Blue Diamonds, Dolly Dots, Rob de Nijs, Lee Towers en vele anderen. Ook heb ik voor de allergrootsten gespeeld waaronder Catarina Valente en Toots Thielemans. Wat mij zo dreef was dat ik erkend wilde worden als professional maar vooral als persoon. De film Little Big Man heeft me bewust gemaakt en ben ik hierdoor gegroeid. Naast de bekende Nederlanders ging ik de Jazzscene in en speelde met Rob Franken en Ack van Rooyen. Als ik aan het spelen ben draag ik mijn Molukszijn uit. Als ik Molukse liedjes hoor moet ik altijd wenen omdat mijn wortels en mijn Molukszijn hierin verweven zitten. Ik ben rebellerend geweest en heb mijn strijd gehad met iedereen die mij niet begrepen. Zo heb ik geleerd te vechten voor mijn bestaan. Mijn zegeningen zijn mijn kinderen en de muziek die ik mag spelen. Ook heb ik Engelen die mij bescherming geven. Mijn huidige generatie zou ik willen adviseren je lekker uit te leven. Kijk niet terug maar realiseer je verleden om weer naar voren te gaan. Voel je niet schuldig en blijf niet te lang in oude en onbruikbare processen zitten. De nieuwe jonge generaties zou ik adviseren de Molukse Maleise taal machtig te zijn. Niks is leuker dat je je eigen Bangsa begrijpt en je hierdoor je gevoelens kan delen. De kracht van de taal is ook de kracht van het gevoel. In alles wat ik in het Maleis voel kan ik herleiden tot mijn gevoel dat vanuit Schattenberg is meegegeven. Verbindende krachten zijn onverwoestbaar; omong bahasa, tau bangsa, ook al doe je dit niet vloeiend. Daarmee moet je je eigen krachten met de ander laten verbinden. Dit begint met je eigen mensen. In Nederland kijken zij mij na terwijl als ik in Amerika of Japan loop ik niet nagekeken word en ik mezelf kan zijn.

13 augustus 2021 / Chimaera Media Maluku
Image

Aboe M.

"Het Moluksezijn is niet afhankelijk van je geloof."

Ik ben Aboe Marasabessy, mijn vader is Ibrahim (Brahim) Marasabessy geboren in Tulehu, van origine uit Kailolo Haruku, mijn moeder heet Neng Laly, op Banda geboren. Haar vader was een man uit Ternate en haar moeder was Javaanse. Ik ben 2e generatie Molukker en woon in Waalwijk samen met mijn gezin, vrouw Babs en kleindochter Aaliyah. In 1959 ben ik geboren in Friesland kamp Wildermerk, en ben ik het middelste kind uit een gezin van 10. In 1964 zijn we naar Waalwijk verhuisd en in Waalwijk ben ik naar de middelbare school gegaan. Na de middelbare school vond ik dat ik mijn toevlucht moest zoeken in de zorg en ben ik naar de Sociale Academie in Den Haag gegaan. In mijn 3e jaar is mijn vader overleden. Mijn vader was lid van het RMS-kabinet in ballingschap en maakte ook deel uit van de Badan Persatuan. Hij heeft vele offers gebracht voor de RMS. Niet alleen de politieke strijd was duidelijk aanwezig maar ook zijn Islamtische geloofsovertuiging was binnen de Molukse gelederen de strijd die hij moest voeren. Hierdoor heeft hij constant in een spagaat gezeten. Zowel in de moslimwereld als in de RMS wereld die overwegend christelijk was, werd hij aangekeken omdat hij zijn politiek ideaal hoger vond dan zijn geloofsovertuiging. Na het overlijden van mijn vader ben ik mijn zoektocht gestart naar mijn Molukszijn en heeft het me, onveiligheid- en niet geaccepteerd te hebben gevoeld, opgeleverd. De positie die ik kreeg was dezelfde als die van mijn vader. Deze positie zou later zowel in Nederland als op de Molukken, een aparte wending krijgen. Op de sociale academie leerde ik Pede Saija kennen en bij een bezoek aan zijn ouders in Moodrecht werd ik door zijn moeder, tante Otta Nahumury, aangesproken. We kwamen erachter dat we verwantschap hebben, sterker nog, dat we familie van elkaar zijn. De moeder van mijn vader is namelijk meisje Nahumarury uit Tulehu. Streng sprekend zei tante Otta tegen me dat zij mijn tante is oftewel in onze adat, dat ik haar als Uwa (de relatie zus of nicht van de vader) moet aanspreken. Op dat moment viel alle puzzelstukjes samen en voelde ik me een Molukker, een geaccepteerde Molukker, een Molukker die ergens thuishoort. Dit was een eikpunt voor mij en viel alles helemaal samen bij mijn bezoek aan Tulehu en Kailolo. Daar vond ik het en kreeg ik het. Ik werd gezien en geaccepteerd. In Nederland kon ik dit niet vinden. Het kader van het Molukszijn hier is onbeschreven, met teveel codes en onduidelijkheden terwijl daar op de Molukken ben je het als je naar je kampong gaat en bij je familie vertoeft. Het Molukszijn is op deze manier een verrijking. Zoals ik er nu over praat is het geen frustratie meer en kan ik het gevoel beter implementeren en delen welke aspecten van ons cultuur mooi zijn. Ik praat nu meer in de termen van “ja en hoe verder” in plaats van “ja, maar”. In het zoeken van balans vind ik positiviteit erg essentieel. Hiermee kan ik liefde zien, liefde merken en liefde voelen. In de familie ben ik bezig om het bewustzijn te bevorderen. Met feestjes zetten we de kinderen vooraan om vooral het bewustzijn te bevorderen. Zo heb ik veel respect voor mijn dochter Mila en mijn kleindochter Aaliyah. Mijn huidige generatie zou ik willen adviseren hun gevoelens te uiten. Spreek je uit, ook al ben je gekleurd en misschien zoekende. Praat, wees open en maak de verbinding. Praat elkaar vooral niet na, je bent ook Molukker als je je eigen mening erop nahoudt. De nieuwe generatie moet elkaar opzoeken, om elkaars verhalen aan te horen en elkaar te leren kennen. De oudere generatie heeft niet gepraat, de nieuwe generaties moeten leren hieraan vorm en uiting te geven. Elkaar opzoeken en leren kennen verrijkt je leven. Ik zou het jammer vinden dat deze mooie aspecten van het Molukszijn niet gekoesterd worden laat staan worden uitgedragen. Trots mogen we op onszelf- maar ook elkaar zijn. Hiermee bevestig je het karakter van het Molukse volk.

25 augustus 2021 / Chimaera Media Maluku
Image

Petrus P.

"Het opgroeien in de woonwoorden is de welbekende 'rode' draad in mijn leven." - Deel 1.

Even voorstellen, ben Petrus ‘Ventje ‘Pesulima geboren (1953) in Nederland, en zogezegd 2e generatie Molukker. Na, als zovelen van onze generatie, een tijd ‘statenloos’ te zijn geweest alsnog Nederlands staatsburger geworden. Mijn ‘Molukszijn’ heeft altijd de boventoon gevoerd. Omdat dat ik er ervan overtuigd ben dat een ‘bruine Hollander’ niet bestaat. Naast de ongemakken die dit met zich meebrengt, kan ik ontegenzeggelijk beamen, dat je daar ook positieve draai aan kan geven. Mijn jeugdjaren kenmerken zich als een drenkeling die tussen wal en schip is geraakt en ploeterend op zoek gaat naar ‘vaste voet’. Uiteindelijk met veel ‘ups en downs’, doorzettingsvermogen en steun van degenen die mij nabij zijn heb ik mij hervonden. Terugkijkend op mijn werkzame leven kan ik mezelf recht in de spiegel aankijken en zeggen ; ‘zo slecht heb jij het ook niet gedaan, ouwe‘. Ik heb al hetgeen wat ik als doelen voor ogen had, kunnen en mogen doen. Van in het zwaarste onderdeel van het leger dienen, het opzetten van meerdere ondernemingen tot het mogen bekleden van bestuurlijke functies binnen de Molukse samenleving. En neem van mij aan ook bij mij ging het vaak genoeg niet van een leien dakje. Geboren in kamp Beugelen nabij Staphorst ben ik opgegroeid in kamp De Biezen te Barneveld. Het opgroeien in de woonoorden is de welbekende ‘rode draad’ in mijn leven. Pendelend tussen kamp Lunetten Vught (bij mijn Peetouders) en De Biezen is deze periode voor mij bepalend geweest en heeft het mijn Molukszijn geaccentueerd. Als kind ben ik opgegroeid binnen een traditioneel Moluks predikantengezin. Naast dat mijn vader predikant was is hij tevens jarenlang bestuurslid en voorzitter van de Synode geweest. Een traditioneel predikantengezin, heeft zoals elk Moluks gezin, zeker in die periode, zijn mooie en mindere mooie kanten. Als kind en opstandige ‘tweede generatie’ Molukse jongere kan ik erover meepraten. Naast het ‘in de pas lopen’ en de hierarchische cultuur zowel binnen als buiten het gezin, kreeg je te maken met de politieke idealen. Hoewel hij vanuit zijn functie dat niet al zodanig kon uiten is het RMS gedachtegoed ons met de paplepel ingegoten. Mijn moeder was ‘de spil’ binnen het gezin. Een vrijgevochten vrouw, die bij tijd en wijle, maar moeilijk haar rol kon vervullen als ‘mama nyora’. Zorgzaam op haar manier en het bijzondere aan haar was dat zij (kennelijk) geen enkele moeite had zich aan te passen binnen de Nederlandse samenleving met haar (voor mij) beklemmende normen en waarden. Lees verder in Deel 2.

15 september 2021 / Chimaera Media Maluku
Image

Petrus P.

"Maak keuzes in dingen die je leuk vindt en word daar gelukkig van." Deel 2.

Op mijn 21ste verhuisde ik, van ‘de wijk’ Lunteren, naar Capelle a/d IJssel en ging ik wonen bij de jongste broer van mijn vader. Een hectische tijd volgde waarin ik nog steeds zoekende was, het was de tijd van de zogenaamde Rotterdamse ’koppelbazen’. Van ijzerwerker / scheepslasser werd ik uiteindelijk degene die de werkers naar de scheepswerven en olieraffinaderijen moest brengen en halen. Aan het einde van de week reed ik naar kantoor haalde pakken bruine enveloppen met inhoud op en betaalde de werkers uit. Vaak genoeg liepen dergelijke uitbetalingen niet altijd even soepel en liep het flink uit de hand. Om erger te voorkomen koos ik uiteindelijk ervoor om terug te keren naar Lunteren. Wat nu ? Het leger biedt uitkomst en op aandrang van een oom die gediend heeft onder Westerling melde ik mij bij ‘de groene baretten’. Na het behalen van de felbegeerde groene commandobaret breekt een mooie periode aan waarin ik het besluit nam ‘beroeps’ te willen worden. Het heeft niet zo moeten zijn na 30 maanden verlaat ik de dienst mede door eigen toedoen. De achterliggende periode bij het KCT heeft mij niet te min veel gebracht. Het was een leerschool die mij telkenmale er doorheen heeft gesleept als ik het even niet meer zag zitten. Na deze leerzame periode heb ik de draad opgepakt en ben zelfstandig ondernemer geworden. Samen met een compagnon zijn wij een lasbedrijf en een sportschool begonnen. Daarna ben ik alleen verder gegaan in de uitzendbranche. Ik legde mij toe in het uitzenden van inleenpersoneel in allerlei branche-sectoren. Om mijn opdrachtgevers nog meer van dienst te zijn begon ik naast het uitzendbureau een constructie/ afbouw en montagebedrijf. Samen met mijn vrouw Maya Pesulima- (en het personeel) werkten wij ons een slag in de rondte. Onderwijl is, voor mij, de roep om betekenisvol te zijn voor de Molukse gemeenschap en haar idealen nog steeds aanwezig. En ik ging er volop in. Onderhand was ik gewend (levensbedreigende) risico’s te nemen en in die periode speelde geld geen enkele rol. Totdat ineens het licht uitging!. Kennelijk heeft een hogere macht aan de handrem getrokken en gedacht ‘tot hier en niet verder’! Ben dan ook onwijs dankbaar dat ik het kan/mag navertellen en erbij stil kan staan samen met mijn vrouw Maya Pesulima- Van Caspel (moeder Sahetapy), kinderen en kleinkinderen. De pijn van onze ouders zal ik te allen tijde met mij meedragen. Het heeft verschrikkelijk veel impact op mij gemaakt. Maar ik heb mezelf de verplichting opgelegd die bagage van verdriet en pijn die ik heb meegedragen niet te projecteren op mijn kinderen en omgeving. De kunst is je gevoelens te delen maar niet op te leggen op de schouders van anderen. Gelukkig kunnen wij in de huidige context beter met elkaar hierover in gesprek. Ondanks dat mijn generatiegenoten en ik reeds met 1 been in het graf staan (grapje), kunnen wij met veel waardigheid de nieuwe generaties aansturen. Allereerst neem hen serieus en faciliteer. De nieuwe generatie heeft veel meer bagage en know how en zijn in die setting slagvaardiger. Last but not least, zou ik de nieuwe generaties mee willen geven. Ken je rechten en plichten maar bovenal je geschiedenis. Wees er bewust van dat je toekomst hier ligt en pak, vanuit dit vertrekpunt, je kansen. Maak keuzes in de dingen die je leuk vind en wordt daar gelukkig van.

15 september 2021 / Chimaera Media Maluku
Image

Silvia B.

"Geniet van iedere dag en blijf vooral jezelf."

Mijn naam is Silvia Bierdrager – Suripatty. Ik ben tweede generatie Molukse. Mijn ouders zijn Simon en Marie Suripatty – Pattalala, vader uit negri Oma en moeder uit negri Hutumuri. Mijn ouders die mij grootgebracht hebben zijn Anis Pattinama en Tjitji Pattikawa. Zowel de familie Suripatty als familie Pattinama zijn uiteindelijk naar Vaassen verhuisd. Mijn moeder werkte vroeger in de verpleging en mijn vader was Bartender op een schip dus was met Nieuw Rotterdam veel op zee. Mama Tjitji bood zich aan als oppas en ik ben daar uiteindelijk gebleven tot mijn 19de jaar. Ik had een strenge KNIL gerelateerde jeugd. Liefdevol maar streng en beschermd opgevoed. Op mijn 19de ben ik het huis uitgegaan. Eerst Amsterdam toen Apeldoorn en toen Elst, daar zijn mijn twee kinderen geboren. Heb in Elst dertig jaar gewoond, maar uiteindelijk mijn geluk in Arnhem gevonden. Werk al bijna tien jaar als Trouwambtenaar voor twee Gemeentes en als ZZP’er. Samen met mijn man Jurgen (waar ik ook twee bonus kinderen mee heb) zijn we in 2016 een eetcafé begonnen, wat een succes werd en op tijd verkocht. We are so blessed!!! Ik vind dat ik in de positie zit, waar ik me gelukkig mag prijzen, natuurlijk door mijn opvoeding en mijn levenservaringen. Ik ben trots op om Molukse te zijn, ik ben wie ik ben. Ons eten, onze keuken is wat onze basis als saamhorig volk zo bijzonder maakt. Wat ik jammer vind dat er onder ons volk, zoveel jaloezie zie, wat niet nodig is. We moeten één zijn en elkaar zien te vinden en accepteren, zonder een evenwichtige strijd haal je het niet. Maar wie ben ik? Laten we eerst bij onszelf beginnen en kijken wat onze kracht is, maar ook onze zwakte. Mijn huidige generatie zou ik willen zeggen, dat er meer is in de wereld. Doe het vandaag, want morgen bestaat niet. We moeten dynamischer zijn en in onszelf geloven, dat ik ook wat ik de nieuwe generatie wil meegeven, ga studeren en ontwikkel jezelf, zodat alle deuren voor je openstaan. Vergeet niet waar je vandaan komt, we zijn een volk en ook wij hebben een boodschap. Die boodschap mag je zelf invullen met de wijsheid van de vorige generatie en je eigen hier in Nederland vergaarde wijsheid.

28 september 2021 / Chimaera Media Maluku
Image

Helena H.

"Luister goed naar je lichaam voor het schreeuwt." Deel 1.

Mijn naam is Helena Hitharie-Pattinama en ben ik getrouwd met Mozes Hitharie. Ik ben van mijn vaderskant 2e generatie- en van mijn moederskant 3e generatie Molukse. Mijn vader is als KNIL-militair naar Nederland gekomen en bleven zijn ouders achter op kampong Oma. Mijn opa is overleden toen mijn vader 9 jaar oud was. Mijn vader heet Anton Pattinama en komt hij uit een gezin van zes kinderen. Mijn moeder is Buang Pattinama-Pattikawa. Zij is samen met haar ouders en een broer naar Nederland gekomen en hebben zij in kamp Vught gewoond. Ik kom uit een gezin van 3 kinderen, mijn broer en zus wonen in Groningen. Wij zijn opgegroeid in de Molukse wijk in Hoogkerk. De Maleise taal praat je makkelijker met elkaar en werd dit in het gezin ook gesproken ondanks het feit dat mijn moeder goed Nederlands kon praten. Omdat mijn vader niet zo goed Nederlands sprak waren we met z’n allen genoodzaakt om Maleis te spreken. Ik heb zelf een gezin met 2 kinderen, een dochter en een zoon, en wij spreken ook tweetalig waarvan de basis Nederlands is. Tegenwoordig spreken wij gemixt zowel Nederlands als Maleis. Mijn kinderen vinden het nog eng om Maleis tegen ouderen te spreken. In de toekomst en door het spelenderwijs te oefenen is het ook hun intentie om Maleis te leren spreken. De opvoeding van de 2e generatie was vrij strak. Mijn vader was een man met principes, strikt en was er geen ruimte en begrip. Zo mocht ik niet aan tafel praten en werd ik gestraft als ik het wel deed. Mijn jeugd was ook daardoor geen leuke tijd en heb ik hierdoor een trauma aan over gehouden. De boodschap die mijn ouders mij gaven waren kort en bondig, overduidelijk en was er geen ruimte voor uitleg. Als het nog niet duidelijk genoeg was dan werd er met de mattenklopper of sandaal gecommuniceerd. Er werd fysiek met me omgegaan en dit heeft mij in een cocon gebracht. De communicatie van tegenwoordig is ten opzichte van vroeger gelukkig opener. Het masseren (pitjit) heb ik van huis uit meegekregen van mijn moeder. Mijn moeder had magische handen en kon zij daarmee familie leden kennissen en vrienden met lichamelijke klachten masseren en knapten zij hiervan op. Het strenge van de opvoeding heb ik kunnen ombuigen naar het positieve. Dit deed ik ook met mijn kinderen. Ik neem geen dingen meer mee uit het verleden zoals bijvoorbeeld het straffen. Ik verhef soms wel mijn stem maar ik geef mijn kinderen geen lichamelijke pijn. Vroeger zat ik in een isolement als ik vastzat, nu is alles gelukkig anders en als je iets moet weten of hulp nodig hebt, dit te vinden is op social media. Zelfs tijdens mijn huwelijk nam ik mijn cocon mee. Het loslaten was een geestelijk gevecht en was het geloof mijn redding, wat ook door de eerste generatie is meegegeven. Alles wat je in je leven meemaakt gaat gepaard met gebed. Mijn ouders waren allebei gelovig en zei mijn moeder altijd; “Bid en Sabar Sadja (wees maar geduldig).” Dit was niet altijd even makkelijk voor mij. Lees verder in deel 2.

10 oktober 2021 / Chimaera Media Maluku
Image

Helena H.

"Wat je doet, doe dat alsjeblieft met passie en ga ervoor." Deel 2.

Op een geven moment zat ik in een diep dal en tijdens het bezoeken van de bibliotheek kwam mijn dochter mij een boek brengen met de titel: je kan je leven beteren van Louise Hayes. Dit boek raakte mij emotioneel diep en tijdens het lezen kwam ik erachter dat ik vast zat en dat ik uit mijn cocon moest treden. Dit boek en meerdere boeken van Louise Hayes heeft mij geholpen en ben ik dankbaar voor deze boeken. In het leven hebben wij allemaal onze persoonlijke innerlijke strijd te moeten voeren. Als masseuse krijg ik heel veel mensen met diverse emoties en hoef ik ze maar aan te raken en komen de emoties los. Zo heb ik ook mijn zoon die toen klein was, dagelijks gemasseerd, omdat hij last had van groeipijnen. Ik haal veel voldoening uit het masseren. Ik ben mijn ouders ook dankbaar dat ik nu sta waar ik sta. Zij hebben op hun manier mij opgevoed en ben ik er niet slechter van geworden. Soms beland ik nog in mijn cocon en ben ik hiervoor in therapie gegaan, mede omdat ik het verlies van mijn wijlen moeder niet goed kon verwerken. Ik vond het heel moeilijk en kwam ik mezelf vaak tegen tijdens de therapie. Wil ik mezelf helen, dan moet ik openstaan voor therapie. De therapie heeft me geholpen en mijn kinderen zagen ook dat ik aan het groeien en veranderen ben gegaan. Ik ben door een diep dal gegaan en vond ik uiteindelijk mijn talenten waaronder het masseren. Ik ben zeker trots om een Molukker te zijn en mijn gevoel van blijheid is bijvoorbeeld als wij met vakantie in het buitenland rijden. We rijden dan vol trots met de Molukse vlag op de auto. Altijd fijn om trots op onszelf te zijn. Wij zijn een volk dat graag van bovenaf gestuurd wordt wat ik jammer vind omdat we hierdoor ons teveel laten leiden. We zouden best ondernemend zouden kunnen zijn omdat er genoeg potentie aanwezig is. Mijn huidige generatie zou ik kracht toewensen en dat ze God meenemen in hun leven. God verbindt, heelt en zorgt voor rust in je leven met al je levensvragen. Ik begin en eindig mijn werk ook altijd met bidden. Als ik het geloof en gebed niet heb, ben ik leeg en voel ik me verloren. Ik ben heel dankbaar dat ik het geloof heb. Ik maak mij geen zorgen meer zoals ik vroeger deed en heeft het geloof mij rust gegeven. De nieuwe generaties zou ik willen zeggen dat ze hun talenten moeten laten zien, bij fouten zich niet hoeven te schamen en je keuzes bij te stellen. Wat je doet doe dat alsjeblieft met passie en ga ervoor. Geef niet snel op.

10 oktober 2021 / Chimaera Media Maluku
Image

Wilfred K.

"Wat geen oog heeft gezien en wat geen oor heeft gehoord is altijd verborgen in jou, zorg dat het er altijd uitkomt en dat het gezien mag worden." Deel 1.

Ik ben Wilfred Kols, ik ben tweede generatie Molukker, geboren en getogen in Culemborg. Mijn vader is Martinus Hermanus Kols en mijn moeder is Christina Helena Soumokil. Mijn ouders kwamen samen met mijn opa en oma in 1951 in Nederland en woonden zij in kamp Vught. Voor mij was het wonen in een wijk in Culemborg heel anders dan het leven in Vught waar alles heel open en gezellig is. Zomers kon je tot laat buiten spelen en binnen met z’n allen rond de kolenkachel waar spannende verhalen verteld werden. Moeders, tantes, oma’s die lekker kookten en er veel gelachen werd. Geregeld ging ons gezin naar het kamp bij familie op bezoek. De band en saamhorigheid die je met elkaar hebt gaf mij veel vreugde en heb ik mooie herinneringen eraan overgehouden met name bij speciale aangelegenheden. Dan is het één groot feest. Het mystieke in ons cultuur heb ik niet kunnen begrijpen en maakte mij dit als kind nieuwsgierig maar tegelijkertijd angstig. Ik was een tijd op zoek naar mezelf, omdat ik bepaalde zaken vanuit het Molukszijn niet begreep, en dit thuis niet uitgelegd kreeg. Bij vragen werd kort gereageerd en werd ik als lastig beschouwd. Ik neem het mijn ouders ook niet kwalijk, ze deden ook hun best en hebben dit ook weer van hun ouders meegekregen. Het begrip kwam bij mij pas vele jaren later waarom mijn ouders kort reageerden als ik hen iets vroeg. Door vallen en opstaan en mij niet begrepen te voelen, belandde ik in de eenzaamheid en ben ik in de criminaliteit terecht gekomen. Zo kwam ik in aanraking met drugs en alcohol met als gevolg uiteindelijk in de gevangenis te belanden. Hier werd ik letterlijk “stil” gezet en was ik genoodzaakt om na te denken vooral hoe ik mijn leven een andere wending wilde geven. De tijd en inzicht die ik in de gevangenis heb gekregen heb benut en heb ik het negatieve naar het positieve kunnen ombuigen. Hierdoor help ik veel mensen op velerlei manieren. Daarnaast heb ik een eigen stichting die zich inzet voor gedetineerden in Indonesië en Suriname. Ik ben getrouwd en vader van 3 kinderen en naast mijn gezin ben ik ook dominee geworden. Wat ik mooi vind aan het pastoraal werk is dat ik mensen help en mijn eigen ervaringen gebruik om hen te bereiken. Lees verder in deel 2.

23 oktober 2021 / Chimaera Media Maluku
Image

Wilfred K.

"Wat ik belangrijk vind is dat de mensen mij ook spiegelen zodat ik ook zelf kan groeien." Deel 2.

Ik stel mij dan kwetsbaar op waardoor ik op confronterende manier mensen kan bereiken. In ons cultuur is dit van wezenlijk belang zodat zij zich hierin kunnen herkennen. Ik krijg van mijn omgeving ook bemoedigende reacties. Wat ik belangrijk vind is dat mensen mij ook spiegelen zodat ik ook zelf kan groeien. Door dit te ondergaan ben ik gekomen waar ik nu sta. Veel mensen in onze cultuur hebben potenties en talenten echter vraagt het om karakter en kracht om hier wat mee te doen. Ik merk dat we in onze cultuur weinig tegen elkaar kunnen zeggen en we ons direct aangevallen voelen wat op zich jammer is. Feedback is een goed gegeven en kan constructief werken. Je moet er wel voor openstaan. Ik miste dat toen en hoop ik dat de 3e en 4e generatie het anders zal oppakken. Ik ben blij om een Molukker te zijn want zo ben ik geboren. Wij mogen als volk trots zijn omdat wij iets hebben wat andere volkeren niet hebben; wij zijn niet alleen Alifoeren en strijders maar zijn wij ook nederig en hebben innerlijke beschaving. Mijn definitie van het Molukszijn zit het hem daarin en hoeven we ons daardoor niet aan te passen omdat we alles in ons hebben. Wat ik de huidige generatie zou willen meegeven is handelingen van het verleden niet een belemmering moet zijn voor de visie en doelstellingen van de toekomst. Wees open, transparant en kwetsbaar maar wees vooral zuiver zodat je jezelf daarin altijd blijft behouden. De volgende generaties zou ik mee willen geven dat wanneer ze ooit eens kinderen krijgen, ze niet moeten vergeten, tegen hen te zeggen van ze te houden. Dit is zo essentieel en doet hen groeien in hun eigen kracht. Wanneer ik de kinderen spreek vertellen we elkaar altijd dat we van elkaar houden. Destijds werd dit bij ons thuis nooit tegen mij gezegd. Laat de liefde altijd blijvend zijn, het is verspilde energie om boos te zijn.

23 oktober 2021 / Chimaera Media Maluku
Image

Wim S.

"Balans in je leven zoeken, bij jezelf en in de twee werelden waarin je leeft."

Ik ben Wim Souhuwat, 2e generatie jongere lichting. Mijn vader is Filip Souhuwat en mijn moeder is Wilmientje Matuankotta. Beide orang Hutumuri. Mijn ouders zijn in kamp Vossenbosch Wierden terechtgekomen. In de wijk Nijverdal 2 ben ik in 1966 als één na de jongste zoon van de familie geboren. Mijn ouders hadden lang geen kinderen kunnen krijgen en hadden zich daarin berust. Ze zijn eerst van hun eigen leven gaan genieten totdat zij voor mijn oudste zus Janny, de dochter van mijn oom en tante uit Assen hebben gezorgd. Daarna kregen mijn ouders zelf kinderen en ontstond de samenstelling van ons gezin uit 7 kinderen. Opgroeien in de wijk was gemoedelijk en relaxed. Mijn vader was erg betrokken in de Molukse gemeenschap, was Madjelis Geredja en deed veel maatschappelijk werk. Dit proces heb ik later overgenomen van mijn vader en ben dus ook actief hierin geweest. Ik vond het lastig om in twee werelden te leven, aan de ene kant het Moluks zijn en aan de andere kant school en Nederlandse vrienden. Mijn ouders gaven mij daarin de ruimte en heb ik genoten van mijn leven. In die periode heb ik de muziek ontdekt en heb ik in een Molukse jazz-rock band “Gunung” gespeeld. De naam was herleid omdat de ouders van alle bandleden allemaal orang gunung van de eiland Ambon kwamen. De rode draad in mijn leven is de muziek, scholing en de balans in mijn privé en werk. Mijn studie heeft mij gebracht waar ik nu ben, ik werk bij de overheid op fiscaal gebied en moet ik elk jaar mijn kennis bijhouden. In de muziek die ik ernaast doe als semi professional, heb ik mijn balans in mijn leven gevonden. Ik zet mij in voor de Molukse wijk waar ik nu woon met mijn gezin en ben erg actief en betrokken wat er allemaal gebeurt. Ik heb van huis meegekregen om goed na te denken voordat je iets wilt of iets doet. Op de lange termijn denken is van belang en daarover goed te communiceren om draagvlak te creëren. Iets wat veel instanties hebben nagelaten en daardoor zijn afgebrokkeld en dus veel “opbouwwerk” niet hebben opgepakt. De kunst is om te blijven communiceren en informeren. Ik ben trots om een Molukker te zijn en beleef dit nu intenser vooral nu in het kader van 70 jaar Molukkers in Nederland en na het kijken van documentaire van Coen Verbraak. Ik ben mijzelf in onze roots gaan verdiepen en heb de woede, frustraties, geslotenheid en hierdoor onze oppervlakkigheid en niet in details treden gevoeld. Onze ouders hebben met deze aspecten moeten dealen en zijn onze ouders slachtoffers (geweest) van onze geschiedenis. Wat ik mijn generatie wil meegeven is, dat we niet steeds in een slachtofferrol moeten blijven hangen. Bepaalde punten moet je accepteren en leren hiermee zien om te gaan. Ook moeten we laten zien dat wij ook kwaliteiten hebben. Wat ik de volgende generatie mee wil geven is dat je je roots niet moet vergeten, aan je toekomst moet werken en van beide werelden het beste eruit moet zien te halen. Vind je balans in jezelf en maak het beste van je leven.

14 november 2021 / Chimaera Media Maluku
Image

Macklin H.

"Niet erop of eronder, maar erop en erop blijven."

Ik ben Macklin Haurissa en in de wereld van de Satudarah MC word ik wereldwijd Frenkie Pasthor genoemd. De PAS staat voor Parang Salawaku, en de Thor is synoniem aan de Vikingse hamer oftewel voor ons de parang. Ik ben 2e generatie orang Maluku kediaman di tanah Rantouw Belanda. Pappa nama Matheos Haurissa (Leinitu) voormalig KNIL militair, biker en in de jaren 60 een Nozem, mamma Esther Hermina Sitaniapessy (Amet Nusalaut). Ik ben geboren in 1959 in barak29 in Vught en in augustus 1961 naar de wijk in Moordrecht verhuisd. Ik heb op de kleuterschool midden in de Molukse wijk gezeten, de Lagere Christelijke Ambon School en later naar de technische school in Gouda gegaan. Mijn jeugd was hectisch zowel tijdens mijn opvoeding als in politieke zin en was de RMS ons bestaansrecht. Vanaf 1975 tot 1981 ben ik gebruiker geweest zodat ik alle frustraties kon vergeten en mij staande kon houden in de maatschappij. Als de drugs uitgewerkt was kwamen mijn problemen en frustraties harder terug en heeft uiteindelijk Ferry Kotadiny, pastor en mentor, me uit de verslaving gehaald en heb ik alles aan hem te danken. In de jaren 80 ben ik getrouwd geweest ook al duurde het maar even. Eind jaren 80 kwam ik weer in Moordrecht wonen na jaren weg te zijn geweest en op 15 mei 1990 heb ik samen met 9 brothers Satudarah opgericht. Ik ben het 8e veertje. De tradities, roots en de KNIL-geschiedenis is de basis voor het concept en hebben we een duidelijke en sterke hiërarchie. Respect is voor ons de basis van ons zijn. Het Molukszijn dragen we expliciet uit. Door de groei van de club is het multicultureel geworden maar wel met behoudt van onze Molukse identiteit. Niet voor niets is onze credo Lawamena Haulala. Voor mij staat bovenaan dat ik liefde heb voor mijn cultuur in de positieve zin van het woord in combinatie met broederschap en motoren en wil ik dit ook uitdragen naar de nieuwe generaties. Molukszijn betekent dat ik trots ben om Molukker te zijn. Wij hebben geschiedenis geschreven en is dit met name belangrijk voor degene die na ons komen. Ondanks mijn hoedanigheid als één van de oprichters van Satudarah, ben ik ook net zoals mijn vader Matheà¼s, een gezinsman die van zijn vriendin en kinderen houdt. Vergeet niet wie je bent, niet wat je bent. Ik ben als een man maar ook een Molukker en zeer zeker manusia. Niet Aku Apa maar Aku Sapa! Ik zie mezelf als “The Last of the Moluccans” omdat de jongere generaties teveel geïntegreerd is wat op zich goed is maar weinig authenticiteit met zich mee draagt. Op zich niet erg maar wel anders ondanks je wel Molukker bent en blijft. Als Molukker ben ik soms alleen maar daarin voel ik me niet eenzaam immers “katong pun tete nene moyang oftewel orang tua2 selalu deng katong”. In zekere zin ben ik spiritueel en denk ik in positieve energieen. Ik leef mijn eigen leven gebaseerd op mijn eed van Satudarah. Ik pas niet in mijn huidige generatie omdat ik een ander leven leidt en andere gedachten erop nahoudt. Ik zal mijn huidige generatie niks hoeven te adviseren, en daar praat ik uit ervaring over. Je moet gewoon je gang gaan. Blijf van mijn verleden en zie mij zoals ik nu ben anders krijg je mij zoals ik toen was. Voor de nieuwe generaties is mijn advies en daar weet ik alles van, dat je niet kwaad met kwaad moet vergelden maar bewaak je grenzen. De nieuwe generaties hoeft niet gedicteerd te worden, ze zijn eigen wijs genoeg en hebben hun eigen stijl echter moeten ze wel leren hun omgeving te respecteren. Ik hou van ze maar moet de basis zijn te blijven leren ook van de oudere generaties.

30 november 2021 / Chimaera Media Maluku
Image

John S.

"We weten, we gaan allemaal dood. Het doel is niet om voor altijd te leven, het doel is om iets te creëren dat dat wel zal doen."

Mijn naam is John Salampessy en ben ik 2e generatie Molukker. Door mijn bloed stromen de genen van mijn vader Isaak Lambertus Salampessy en mijn moeder Jacoba Talakua. Ik groeide op in Den-Helder in een Nederlandse omgeving. Mijn vader zat bij de Marine. Hij maakte makkelijk contact en had vrienden over de hele wereld. Ik heb mij moeten leren handhaven in deze maatschappij. In de vakanties gingen wij vaak naar familie in kamp Almere in Huizen. Hier voelde ik mij ook thuis. Molukse gezinnen die dicht bij elkaar wonen hebben een andere manier van samenkomen, dan in de omgeving waarin ik werd grootgebracht. De onderlinge banden zijn sterk en hecht. Je bent aan elkaar gewaagd en elkaar gelijke. Je status, rang of stand doet er niet toe. Je bent een grote familie. Ik groeide op in de kop van Noord-Holland. Molukkers en Indo’s wisten elkaar te vinden, er was een gevoel van erkenning. Ik was lid van, Ontspanningsvereniging Tropenvrienden (0VTV) in Den-Helder. Wij beleefden een gezellige tijd met elkaar, aten samen, dansten en maakten muziek. We zagen in elkaar de gelijkenissen en die waren er meer dan de verschillen. De onderlinge onenigheden zijn de erven die ons zijn nagelaten door de kolonisatie en de verdeel en heers politiek. Na de Havo ben ik gaan werken, maar ik wilde meer. Ik was bezig met mijn toekomst en volgde een financiële opleiding en later een opleiding in de automatisering. Inzet vertaalde zich in goede resultaten. Vele jaren heb ik met volle overgave mij ingezet bij o.a. de ABN-AMRO bank. Mijn ambitie werd gezien en ik werd beloond in mooie managementfuncties. Soms voelde het alsof ik mij meer moest bewijzen dan een ander. Er werd meer op mij gelet. Mijn stappen werden met een vergrootglas bekeken. Ik liet niet merken dat ik het in de gaten had, het maakte mij juist standvastiger en sterker. Mijn ware geluk van het leven mag ik iedere dag weer ervaren met mijn lieve vrouw. Samen hebben wij 3 kinderen en 5 kleinkinderen Onze nazaten geven wij met trots onze gebruiken en cultuur mee. Onze kleinkinderen zijn dubbelbloed en leren wij al vanaf kleins Maleis praten. Ik ben een rijk mens, Kaja. Kaja met een hoofdletter! Ik ben een trotse Molukker. Wij zijn een volk die door de vele stromingen en onrechtmatigheden zich staande weet te houden. Wij zijn een volk die schaamteloos, volledig genegeerd wordt. Dat steekt, dat doet mij pijn. De boodschap voor de Molukse nazaten is mijn eigen levensles. Het zijn de waarden die van diepere betekenis zijn geworden. Weet wat je wilt, wordt wie je wilt zijn. Wees sterk en oprecht in je daden. Wees bewust van je achtergrond en blijf omzien naar elkaar en onze families op de Molukken. Jouw oorsprong is jouw kracht, de toekomst ligt nu in jouw eigen handen. Leer van onze geschiedenis: Recht op zelfbeschikking is een groot goed!.

10 december 2021 / Chimaera Media Maluku
Image

Jules P.

'Het succes in je leven en carrière is afhankelijk van wat je er zelf in wil investeren' Deel 1.

Ik ben Ulis Pattiapon 2e generatie Molukker, geboren in Hutumuri. Samen met mijn ouders, vader Dominggus Alexander Pattiapon en mijn moeder Selfiana Talahatu Rutung en mijn oudere broer zijn wij met het schip de” Kota Inten” aan de Loyd Kade in Rotterdam in Nederland aangekomem. Ik was toen 1 jaar en 3 maanden oud. Mijn jeugd bracht ik door in kamp Nuis, gemeente Marum, in de provincie Groningen. Hier heb ik tot mijn 12de jaar gewoond. In 1963/64 zijn wij verhuisd naar de Molukse woonwijk te Marum. Onze ouders mochten destijds niet werken.Toen dat wel mocht moesten 60% van hun loon afstaan aan de overheid. Mijn vader werkte bij Philips fabriek in Drachten (Friesland). Ze moesten de eerste scheerapparaten (zogenaamde eitjes) in elkaar zetten. Later nog bij de Koetsfabriek in Hoogkerk in productie van achterlichtjes van fietsen en later bij de AAgrunol fabriek afdeling Plastics in Groningen. Hij en mijn moeder zijn helaas maar 62 jaar geworden. Mijn vader heeft zijn pensioenleeftijd niet gehaald. Ze liggen beiden op het oude kerkhof, voor het kamp Nuis, begraven. Toen ik klein was en nog in kamp Nuis woonde had ik al een voorliefde voor landbouw. Had toen ook een “kebun“ naast die van de oom bujangs achter Barak A waar wij woonden. Was van kleins af aan al in de grond aan het wroeten. Tot mijn 14e jaar was ik ook bewust over hoe ons leven was. Daarvoor was ik nogal heet gebakerd en snel kwaad. Verder had ik ook interesse in geschiedenis en was bewust bezig met de Politiek met betrekking tot de Molukkers. Ik wilde mijn passie volgen. Gestimuleerd door mijn hardwerkende ouders en gericht op de toekomst, ben ik op mijn 16e naar Deventer gegaan om te studeren aan de (Koloniale) Tropische- en suptropische Hogere Landbouw School. Heb hiervoor wel de Mulo A+B gedaan. Ben toen naar de HBS gegaan. Kwam toen direct in het 3e leerjaar en heb de overgang naar het 4e gehaald van de HBS. Dit waren de voorwaarden om toegelaten te worden. Daarnaast moest ik ook nog een psychologische test ondergaan, waaruit blijkt dat ik deze opleiding kan/mag volgen. Mijn ervaring in het buitenland viel tussen het 2e en 3e leerjaar. Hiervoor ben op 20 jarige leeftijd in 1970 (4 maand ) op Praktijkstage geweest in Israël en was gestationeerd in Kibbuz Hulata, Opper Galilea (tussen Libanon en Syrië). Was werkzaam in de veeteelt (2 maand) en 2 maand in de vollegrondsteelt (Katoen) in de irrigatietechniek. Na deze opleiding heb ik de Specialisatie Cursus Ziekten en Plagen in de Tropische- en subtropische gewassen gedaan. Hierna heb een praktijkstage gedaan op toenmalige Landbouw Hogeschool Wageningen (LHW). (Lees verder in deel 2.)

20 december 2021 / Chimaera Media Maluku
Image

Jules P.

'Verander je mindset met de blik op de toekomst in Nederland en zoek je eigen weg maar vergeet niet dat je een Molukker bent." Deel 2.

Nu heet het Wageningse Universiteit en Research (WUR). Uit deze praktijkstage dank ik mijn 1e baan bij de stichting ZWO (Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek te Den Haag en werd hiervoor gedetacheerd in Wageningen op de vakgroep Entomologie (insectenkunde) als Onderzoeks assistent van januari 1973 tot eind mei 1975. Hierna kreeg ik een vast contract bij de vakgroep Entomologie bij de afdeling Diertaxonomie. Ik deed onderzoek, samen met mijn collega Ir.Peter de Vrijer, in de akoestiek (geluidsproductie) van insecten, die met name schadelijk zijn op de rijstteelt. Daarnaast gaf ik ook practicums aan Biologie studenten en betrokken bij de jaarlijkse practicums in de Pyreneén (Zuid-Frankrijk). Ik was hier werkzaam tot 1986. Daar ik een praktijkman ben, heb ik de switch gemaakt in 1986 naar de Praktijk Training Centrum (PTC+) afdeling Tuinbouw in Ede. Op dit centrum was ik instructeur en gaf ik praktijktrainingen gewasbeschermingstechniek o.a spuittechniek aan alle studenten in de vollegronds – glas - en fruitteelt van zowel Nederland als Buitenland. Omdat ik mijn contacten in Wageningen had in de persoon van Huub Stoetser (directeur) van het Internationale Agrarisch Centrum kreeg ik het voor elkaar dat alle studenten die voor cursus Integrated Pest Management ( IPM) hun praktijkcomponent bij PTC+ kwamen doen. Verder was ik later ook betrokken bij buitenlandse projecten in samenwerking met de Min. van Landbouw en buitenlandse instellingen. Zo was ik betrokken bij buitenlandse projecten o.a Azië (Indonesië (5 jaar) Zuid-Korea) en Afrika (Egypte, Uganda, Ethiopië ,Ghana , Senegal, en Zuid-Afrika) en Europa (Frankrijk, Servië, Rep. Moldavië, Macedonia, Griekenland en Rusland). Ik heb dus voor mijn werk heel wat van de wereld gezien. Ik zat meer in buitenland dan thuis. Wat ik het fijnste vond, was het opzetten van een tuinbouw project, op de Molukken, op het eiland Ceram in mijn broederdorp Tamilouw op de SMP swasta Tsjanawiya. Gepassioneerd en gedreven heb ik alles mogen doen en mijn kansen gegrepen. Tijdens deze periode heb ik veel steun gehad van mijn echtgenote die het Molukszijn heeft aangenomen (waar ik inmiddels 45 jaar mee getrouwd ben) en onze 2 dochters. Ik dank hun hiervoor dat ik dit allemaal heb mogen doen. Ik ben trots dat ik een Molukker ben, ondanks dat ik het moeilijk heb gehad tijdens de jaren70, waarbij ik mij altijd heb moeten bewijzen en in mijn carrière altijd heb moeten verantwoorden. Ik kan het niet loslaten maar de woede wordt minder en heb het een plekje gegeven. Voor mijn generatie Molukkers vind ik het jammer dat wij zo zijn opgevoed en dat daarin geen keuze hebben gehad, maar geprobeerd hebben om er het beste van te maken. Wat ik mee wil geven aan de volgende generaties, verander je mindset met de blik op de toekomst in Nederland en zoek je eigen weg maar vergeet niet dat je een Molukker bent.

20 december 2021 / Chimaera Media Maluku
Image

De Manukau

Veel traditionele Molukse motieven komen van planten, dieren, bijvoorbeeld de Manukau – de fregatvogel – of van sterrenbeelden. De zon wordt verbonden met de fregatvogel en met de man, de maan is verbonden met de vrouw. Aan sterrenmotieven wordt veel kracht en energie toegeschreven. De Manukau is een heel gestileerd, bijna abstract motief van de Alifoeren, de inheemse bevolking van de Molukken. Het is een symbool van de Molukse krijger.

Fregatvogels zijn snelle en meedogenloze jagers. In de lucht zijn ze iedereen de baas; ze achtervolgen andere zeevogels en pikken hun buit in. Juist de fregatvogel speelde in de cultuur van de eilandbewoners een belangrijke rol. Molukse vissers moeten het agressieve jachtgedrag van de fregatvogels vaak hebben bewonderd. Daarom tatoeërden ooit de Alfoeren, de oorspronkelijke bewoners van de Molukken, deze vogels op arm en borst na een succesvolle sneltocht. Tegenwoordig is dit oude motief van vier fregatvogels rond de zon - waarin de levenskracht van de zon wordt verbonden met de dodelijke kracht van de krijger - opnieuw populair onder Nederlandse Molukkers. Nu als symbool van hun verbondenheid met het land van de voorouders.

(c) 2021 / Chimaera Media Maluku
“Als ik dood zou gaan in Hulaliu, laat mij maar daar want daar ben ik thuis."
Nippy Noya